
Zoenende Hollanders… een ingezonden stuk
P. van Leunen – S.m.l. 1992, pag. 131
Dat anno 1910 de opvattingen van de doorsnee Terschellinger met betrekking tot seks en liefde nog niet zo geliberaliseerd waren als tegenwoordig het geval lijkt, bewijst het ingezonden stuk in de Nieuwe Harlinger Courant van juli 1910. Wij citeren:
Hoe men op Terschelling passagiers ontvangt:
Zondag 26 juni kwam de postboot van Harlingen te Terschelling aan. Er bevonden zich enige passagiers aan boord, onder wie zich een heer bevond die afgehaald werd door een dame, waarschijnlijk zijn verloofde. Zoals Hollanders gewoon zijn gaf deze heer zijn verloofde (of dame) een kus, iets wat recht hartelijk is. Dit wekte bij het publiek van Terschelling zo’n hilariteit dat het niet tot bedaren was te krijgen. De heer en dame gingen huns weegs, gevolgd door een menigte van minstens honderd man, waaronder zelfs gehuwde en bejaarde mensen. Hier stonden twee dienaren der wet om de kalmte en de rust te bewaren. Maar de heren hadden de grootste pret en lieten heer en dame, achtervolgd door de menigte en zonder zich ermee te bemoeien, hun weg vervolgen.
Nu rijst bij mij de vraag waarvoor deze personen hier dienen. In plaats dat de heilige Hermandad nu eens zijn handen uitstak en het publiek terughield opdat de mensen met rust hun weg konden vervolgen, maar nee hoor, tot zelfs aan het huis van de dame, waar men als het ware een serenade bracht, werd het tweetal gevolgd. Zo stonden deze twee heren, dienaren der wet, bij name genoemd H. de Haan, rijksveldwachter en Lassche, gemeenteveldwachter, genoeglijk te grinniken. Zo ontvangt men nu Hollanders op Terschelling. Zou het niet hoogst wenselijk zijn, dat het grootste gedeelte der bevolking van Terschelling eens tot het inzicht komt dat ook hier de Hollandse vlag wappert. Ooggetuigen van dit geval: J.L.P. Gerrits, J. Hemelrijk, A. Kromwijk en B. Rietveld.
Met dank voor het verlenen van plaatsruimte.
Terschelling, 26-7-1910 T.C. Fluiter