Historische thema’s

jutter terschelling

Op deze pagina kunt u artikelen uit voorgaande SML themanummers terug kijken.

terug

Kapitein Jan Lolkema

Historie van de stoomschelpenvisscher Friesland mede gerelateerd aan de De Lutine

Amsterdam 2015 opgesteld door Harry Meijer
Inleiding / algemene familie informatie

Mijn overgrootvader was Jan (Lolkes) Lolkema (1843-1905) uit Makkum en een zoon van hem, mijn grootvader, heette Martinus (Jans) Lolkema (1876-1963) en één van zijn dochters was Sipkjen Frederika Lolkema (1914-1997) was mijn moeder. Zij trouwde in 1936 met Haring Meijer uit Ouderkerk aan den Amstel. De grootmoeder van mijn vaderskant was Harmke de Bock uit Harlingen.

Ik ben één van hun zoons genaamd Harry en in 1947 geboren. Omdat ik langgeleden spannende verhalen over het ‘schatzuigen’ op De Lutine met de stoomschelpenvisscher (schelpenzuiger) Friesland van mijn opa Martinus in Harlingen aan de Zoutsloot aanhoorde, kreeg ik op jonge leeftijd een sluimerende belangstelling voor het -vaarverleden- van mijn overgrootvader Jan Lolkema en zijn familie die in Makkum, Harlingen en op Terschelling hebben gewoond. Ook heb ik van mijn opa een Spaanse mat of Piaster uit dat vaarverleden en die bleef mijn aandacht trekken zo in de geest van: dit bijzondere verhaal moet een keer onderzocht en geschreven worden al is het maar voor de huidige Lolkema-nazaten of andere familieleden.

De van origine schelpenzuiger- of visscher Friesland is over een periode van circa 17 jaar betrokken geweest bij het ‘schatzuigen’ op het tot de verbeelding sprekende en in 1799 vergane Engelse goudschip De Lutine.

De door mij onderzochte tijdsperiode was in eerste instantie beperkt tot zo om en nabij 1900 omdat die tijd naar mijn mening onvolledig is beschreven en omdat er in de familie Lolkema, zoals recentelijk bleek, onverwacht zelfs nog prachtige informatie over ter beschikbaar kwam. De tijdsperiode is inmiddels toch ook uitgebreid met de jaren 1800 omdat de geschiedenis van de boot erg is verweven met de N.V Friese stoomschelpvisscherij te Makkum en daarmee ook met haar aandeelhouders.

In hoofdlijn was het doel om proberen te achterhalen wat mijn Fryske famylje met de Friesland heeft uitgevoerd en wat de eigenaarsverhoudingen of zeggenschap voor en na 1900 feitelijk geweest zijn . Tijdens het onderzoek merkte ik dat de naam Jan Lolkema qua betrokkenheid bij het De Lutine traject weinig in publicaties voorkwam en dat wordt, zover nog mogelijk, in deze artikelen enigszins rechtgezet.

Veel van mijn tekst zal al ergens bekend zijn maar Jan Lolkema was een belangrijke speler. Hij is ook in de eerste zuigperiode vanaf mei 1886 gezamenlijk met Ruurd Veldhuizen (memories duiker van Drimmelen/Leeuwarder Courant 29-04-1967 fam. Repko) kapitein op de Friesland geweest en had ook een Lutine wrakkaart gemaakt.
Daarvoor in 1880 had hij al een vennootschap te Makkum om met een stoomzuigtoestel schelpen te visschen (Leeuwarder Courant 1879 en 1880). Deze schelpfirma firma samen met Ruurd Veldhuizen (ook kapitein op de Friesland), Anne van de Wal (later kapitein op De Tijd) en IJme Freeks Tichelaar was genaamd: J. Lolkema en Comp. (geregistreerd in Bolsward 08 januari 1880).

Uit het vervolg van mijn onderzoek blijkt dat de heren v d Wal en Veldhuizen uit Makkum ook op andere gebieden een bepaalde (werk)relatie onderhielden en daarom ook regelmatig in De Lutine publicaties voorkomen. Deze twee heren worden vaak genoemd als de kapiteins van de twee stoomzuigers.

Een andere zoon van Jan Lolkema was Lolke (1868-1942 een oudoom van mij) en moet ook nadrukkelijk worden genoemd omdat de broers Martinus en Lolke samen een gedeeld verleden hebben met de in Kinderdijk gebouwde stoomzuiger. De firma: gebr. L. en M. Lolkema (schelpenvisscherij KvK 13-12-1924 –
22-02-1936) te Harlingen heeft tot ca. 1933 de Friesland geëxploiteerd en is ca. 26 februari 1937, toen 55 jaar oud, (maar al in 1934 formeel opgelegd¬) ter sloop verkocht aan een werf te Kinderdijk op circa een uur varen vanwaar ze in 1882 was gebouwd (Harlinger courant 26-06-1937/Leeuwarder courant 01-03-1937).

Deze tekstopzet is geen journalistiek doorwrocht epistel maar een persoonlijke recapitulatie of feitenrelaas van zaken die door mij in 2014/15 nog te achterhalen waren over die aparte varende Friese familie.

Op het vervolgblad staat een verkorte Lolkema-stamboom. Niet opgesteld vanuit een genealogisch oogpunt maar als naamverduidelijking en tijdsafbakening en komt uit een groter overzicht en ook opgesteld om in de huidige familie te kunnen nagaan of er nog andere te benaderen verre ‘JL-afstammelingen’ zijn en er misschien wel meer uit het verleden van de Friesland bewaard is gebleven dan tot nu bekend. Dit traject resulteerde tot nu al in goede verdere contacten. Die beperkte familie incompleetheid is voor de beeldvorming over de stoomschelpenzuiger Friesland gerelateerd aan de familie Lolkema verder niet van groot belang.

De varende Lolkema basis familielijn (verkort)

LOLKE (Jacobs) LOLKEMA (1801-1863) op 01-10-1825 te Wonseradeel getrouwd met HYLKJE(N) (Jans) TILBOER 1804-1870

Hun 1e kind SYMONTJE 1826-1847 – 2e JISKJEN 1829-1895 – 3e JACOB 1831-1848
– 4e JANTJE 1836-????- 5e JOHANNA 1840-1921
6e JAN (Lolkes) 1843<>1905 (62j net zo oud als zijn vader)
verder uitgewerkt JAN (Lolkes) LOLKEMA
(van beroep schipper)

Het 6e kind JAN LOLKEMA geboren op 22 juni 1843 te Wonseradeel en 04 december 1905 overleden te
Kinderdijk soms ook aangegeven als te Alblasserdam. (Martinus (Bernardus) Bonting
Sjouke Lieuwes Faber)
Getrouwd op 20 juni 1867 (23j) te Wonseradeel met:  TRIJNTJE BONTING (23j)
03 november 1843 – 08 december 1931

Hun 1e kind LOLKE (Jans) 1869-1942 – 2e SJOUKJE 1870-1951 – 3e HIELKJE (Hylkje) 1875-1950
– 4e MARTINUS (Jans) 1876-1963 – 5e BERNARDUS 1878-1949 – 6e JACOB 1881-1939 – 7e JAN 1887-????

Onderstaand twee LOLKEMA families Lolke en Martinus i.v.m. de stoomschelpenzuiger Friesland verder uitgewerkt
(in het vervolg is alleen de mannelijke naam lijn verder uitgewerkt/aangegeven)

Het 1e kind LOLKE (Jans) LOLKEMA geboren in Bolsward 01-05-1868<>27-04-1942 te Harlingen
(beroep stoomboot kapitein/schipper) (Willem Klazes Nauta Lubke Berens Tiddens)
Getrouwd op 21-06-1890 (22j) te Wonseradeel met: Gepke Nauta (23j) 16-10-1866<>03-04-1931
Zijn kinderen:
1e Trijntje 24-09-1892<>06-02-1976. geb. te Wonseradeel
2e Lubke 14-09-1894<>10-01-1990. geb. te Wonseradeel
3e Jan 19-11-1895<>15-11-1978 getrouwd met Baukje Stienstra. geb. te Wonseradeel
4e Willem 04-12-1896<>28-09-1976 getrouwd met Clara Fontijn. geb. op Terschelling
5e Martinus 06-05-1900<>22-01-1981 getrouwd met Maartje de Graaf. geb. op Terschelling
6e Maaike 27-12-1901<>02-01-1995. geb. op Terschelling
7e Sjoukje 12-02-1903<>19-05-1998. geb. op Terschelling)
8e Lolke 06-06-1905<>20-11-1978 getrouwd met Alida Jansje van der Sloot. geb. op Terschelling
Kinderen:1e Lolke Piet (Leo) geb. 01-05-1936, 2e Pieter Coenraad (Peter) geb. 16-03-1939.
9e Klaas 01-02-1908<>05-01-1975 getrouwd met Aafke van de Meer geb. op Terschelling
10e Gepke 18-06-1910<>20-03-1976 geb. in Harlingen

Vervolg van de Jan Lolkema en Trijntje Bonting kinderen

Het 2e kind SJOUKJE LOLKEMA in Bolsward geboren 20-09-1870<>1893 getrouwd met David Babois.
Het 3e kind MARTINUS LOLKEMA in Bolsward geboren 06-09-1876<>20-01-1963 in Harlingen
(beroep stoombootkapitein en mijn grootvader) (Alle Harsveld
Frederika Harmens Otma)
Getrouwd op 20-06-1900 te Wonseradeel met en geboren in Leeuwarden Klaasje Harsveld 04-04-1876<>21-06-1917
Zijn kinderen:
1e kind JAN. 02-05-1906<>03-09-1985. 1e keer getrouwd met Hielkje Babois. 2e keer met Suzanne geb. te Makkum
Stuurman.
2e kind YTZE. 03-06-1907<>28-09-1980.Getrouwd met Dora van Turennout. geb. te Makkum
Kinderen:1e Jan (Hielke).
3e kind ALLE 12-09-1908<>10-08-1987. Getrouwd met Lies de Jong. geb. te Makkum
Kinderen:1e Martinus (Martin 2015 in overleden), 2e Jantje Harmina (Janny),
3e Harmen (Harry in 1996 overleden).
4e kind BERNARDUS (Ben) 17-12-1911<>03-07-1989. geb. te Makkum
Niet getrouwd geen kinderen.

5e kind SIPKJEN (Sip) FREDERIKA 01-05-1914<>26-02-1997 geb. te Makkum
Op 08-04-1937 getrouwd met Haring Meijer (Harry)
kinderen: 1e Daniel (Daan), 2e Antje Klaasje (Anneke),3e Harry (auteur van deze Lolkema story), 4e Louise Frederika (Loes)

6e kind JACOB (Jaap) geboren te Makkum 22-05-1917<>26-12-1995. Getrouwd met Nel de Bree.
kinderen: 1e Martinus (overleden, 2e Anna Pieternella (Ans), 3e Helena (Heleen)

(2e huwelijk)
Martinus (Jans) LOLKEMA geboren te Bolsward 24-20-1873<>20-01-1963 overleden in Harlingen
(Sybolt Hellingwerf
Pietje Wielenga)
01-12-1920 te Wonseradeel getrouwd met Antje (Anna) Hellingwerf 31-07-1885<>07-05-1981
7e KLAASJE. Geboren 27-10-1921 te Harlingen getrouwd met Teun van Vugt.
kinderen:1e Ans, 2e Henk.
2e vervolg van de Jan Lolkema en Trijntje Bonting kinderen

Het 4e kind HIELKJE LOLKEMA geboren te Bolsward 04-02-1875<>16-02-1950
Het 5e kind BERNARDUS LOLKEMA geboren te Bolsward 24-06-1878<>12-10-1949 (Ynte Alkema
Grietje Boersma)
Op 02-03-1915 te Wonseradeel getrouwd met Willemke Alkema
23-07-1880<>03-04-1960
Het 6e kind JACOB LOLKEMA geboren te Wonseradeel 31-07-1881<>08-04-1939 (Hendrik Alkema
(bakker te Makkum) Aukje de Jong)
Op 30-06-1909 te Wonseradeel getrouwd met Geertje Alkema
23-04-1877<>18-04-1939
Het 7e kind JAN LOLKEMA geboren te Wonseradeel 19-05-1887<>??-??-???? (Jacob Stienstra
Antje Symens Siksma)
Op 18-02-1921 te Makkum getrouwd met Boukje Steinstra
. 09-06-1895<>13-06-1981

Note: Een kleinzoon van Lolke (1868<>1942) en in 1938 geboren en bovendien ook nog Lolke genoemd is ook betrokken bij het geschiedenisonderzoek naar de ‘Friesland’ en heeft met dankzegging meegewerkt aan informatie van rond 1900.

Afbakening onderwerp/globaal de tijdsperiode
Dit specifieke drieluikdeel bestaat uit algemene informatie en vervolgens is er op contracten gefocust.
De uitwerking gaat in basis over de stoomzuiger Friesland die in eerste instantie toebehoorde aan de
N.V. Friese Stoomschelpvisscherij te Makkum en in 1882 (Harlinger Courant 26-02-1937) bij de firma J. en K. Smit te Kinderdijk is gebouwd. Een andere relatie met deze werfdirecteuren komt in het traject ook voor (deel 2).

Jan Lolkema uit Makkum is vanaf de oprichting bij deze N.V. betrokken (eigendomsverhoudingen deel 2).
In februari 1932 (3/4 deel Martinus en ¼ deel Lolke) is de stoomzuiger door de broers aangekocht (22-8-1932 is een hypotheek voor het ¼ deel van Lolke bij de Spaarkas te Harlingen ad. ƒ 2.500,- afgesloten).
De bedrijfsboekwaarde van de Friesland was in 1932 dus ƒ 10.000,- en in 2015 ca. € 75.000,-) waard.

Note: De periode van 1934 tot 1937 (toen de boot formeel was opgelegd) moet nog verder onderzocht worden omdat ze blijkbaar vaarklaar is gehouden tot haar – sloopvertrek – naar Kinderdijk. Onbekend is of dit op eigen kracht of met een sleepboot gebeurde.
Ook moet er in het tijdstraject vanaf het einde van het door de N.V. Friese Stoomschelpvisscherij op De Lutine zuigen in 1891 tot aan de aankoop in 1932 door de Gebr. L en M Lolkema nog belangrijke tijdsleemten onderzocht en gedicht worden.

De drieluik opzet gaat in basis over twee redelijk af te bakenen perioden en grofweg samengevat:
(1886 tot 1889) in die jaren had de N.V. Friese stoomschelpvisserij formeel een vergunning/contract om op
De Lutine te werken. In 1989 kwam er na juridisch gesteggel weer een 3 jarige verlenging bij.
Het was een vervolgovereenkomst om wederom in gedwongen samenwerking voor de heer Ter Meulen, die ondanks het nastreven van zijn eigen ‘zandduikersysteem’ twee helmduikers incl. apparatuur en een zandsteker/peilbuis moest leveren en feitelijk verplicht werd om met de beide stoomzuigerfirma’s op
De Lutine samen te werken. De zuigers werkte op basis van 25% van de geborgen waarde (Leeuwarder Courant 123-5-1986). De opbrengsten op percentagebasis van de (bergers)beloning was niet voldoende om zuigers en personeel aan de gang te houden.
(1891) Beide zuigfirma’s stopten eind dat jaar uit deceptie over de slechte opbrengsten met dit eigenlijk door hun zelf afgedwongen verlengde contract wat ook nog op basis van een opbrengst percentage was.
(1891 tot 1903) Over de periode is niet veel gepubliceerd behalve dat er incidenteel nog wat Spaanse matten/munten werden opgezogen en eigenlijk verder bijna niets meer van enige waarde is ’gevonden’. Totaal is het door beide zuigers en duikers opgehaalde bedrag over die laatste jaren tot het afscheid van de locatie circa f.11.000,– geweest.
(1894) De periode dat er specifiek Engelsen formeel bij het project betrokken raken zoals al in december dat jaar en is een belangrijk deel van de periode waarover dit verhaal in eerste instantie gaat.
Het wordt de Lutine-tijd van de heren ingenieurs Kinipple, Jaffrey (soms Jaffay) en John James Fletcher ofwel het Lutine Syndicate. Ook de naam van John Scott komt voor (N.b. misschien in een prospectus van Kinipple?) maar hij wordt verder niet genoemd in één van de bij mij bekende Kinipple-contracten.
(1900) In dat jaar heeft W.M. Kinipple alleen in persoon een overeenkomst met de beide zuigerfirma’s.
(1902) Vervolgens komt in een periode met de zogenoemde: The New Lutine Compagny Limited gevestigd op 9 Mildreds Court Poultry te Londen. Beide zuigers worden samen met hun zeil- of werkboten de Courier en Looper en nu tegen – dag en uur vergoedingen – gecontracteerd inclusief een normale manbezetting en andere bedrijfskosten. Telkens zal maar één van de zuigers daadwerkelijk zuigen tenzij de opdrachtgever anders beslist. Het gaat te ver om al die afspraken en voorwaarden van deze ter beschikkingstelling te reproduceren maar voor die tijd waren het aanzienlijke dag/weekvergoedingen.

Die speciale vergoedingssituatie herinner ik mij nog als kleine jongen uit gesprekken met mijn opa Martinus Lolkema in Harlingen. Net zoals ik aanhoorde dat die idiote Engelsen een ringwal van zandzakken om het wrak aanlegde die natuurlijk snel weer in elkaar viel toen daarbinnen flink door de stoomzuigers werd gezogen. Ook dat ze de zuigers bij een beetje wind en deining in de haven van Terschelling goed betaald zogenoemd in de wacht lagen. Iedere zaterdag was er op Terschelling betaaldag. En als werken op De Lutine niet mogelijk was men zelfs voor eigen opbrengst ook nog op schelpen mochten zuigen- of scheepsbergingen mocht verrichten.
Gegevens verkrijgbaarheid van een deel en specifiek het onderzoekstraject
De Nederlandse papieren van Lloydsverzekeringen (het agentschap of de vertegenwoordiging) zijn ooit overgegaan naar verzekeraar Hudig Langeveldt in Amsterdam en dat kantoor heeft De Lutine papieren/-archiefstukken aan het Stadsarchief van Amsterdam ter beschikking gesteld. Daar heb ik gezocht en kopieën opgevraagd en zijn gedeeltelijk ook voor dit verhaal gebruikt.

Zoals aangegeven strekte in eerste instantie mijn onderzoekdeel vooral uit over de tijd dat er Engelse partijen genoemd Kinipple&co betrokken werden bij het ‘schatzuigen’ op De Lutine en de betrokkenheid van Jan Lolkema en zijn familie. Ook omdat tijdens mijn onderzoek bleek dat er onder Lolkema nazaten zelfs nog goede en onverwachte informatie over deze periode beschikbaar was waaronder krantenknipsels, foto’s en memorabilia zo van rond 1900. Het drieluik is inmiddels gaande het traject uitgebreid en breder opgezet.

Opmerkelijk is dat wie er iets met De Lutine te maken wilde hebben en feitelijk al vanaf circa juny 1814
(op voordracht van het Rijk- de Domeinen) niemand en op geen enkele manier om de oud Terschellinger
-Strandvorst of Opperstrandvonder- Pierre Eschauzier (1837 overleden) of zijn erfgenamen heen kon en er een heel lange tijd altijd een bepaald deel van de opbrengst naar deze Eschauzier(s) familie ging.

Het eerste contract wat deze claimopstelling onderschreef was met W.H. Ter Meulen die voor 1867 al een plan had om met een zogenoemde ‘zandduiker’ (een special soort duikklok) wilde gaan opereren. Dat is een verhaal apart en alleen als er een stoomzuiger aan kon worden gerelateerd is er marginaal aandacht aan het ‘zandduikeraspect’ in mijn verhaal besteed. Ter Meulen overleed in 1901 en heeft zijn uitvinding nooit op of boven De Lutine werkend meegemaakt. Zijn contract werd door de commissie werd in 1893 opgezegd waarna feitelijk direct de betrokkenheid van de Engelsen met als kwartiermeester J. J. Fletcher begon.

Dat Lloyd wordt genoemd als contractpartij is als (oude) verzekeraar van de lading uit 1799 begrijpelijk en in die tijd komt de naam van J. H. Schöder of soms Hozier als hun vertegenwoordiger voor.

Belangstellenden moesten eerst een formele toestemming/goedkeuring hebben van het zogenoemde Nederlandse De Lutine comité ofwel De Onderneming en daarna moest er nog een eigen overeenkomst met Lloyd komen. Behalve wat algemene belangrijke stukken zijn onderstaande contracten na 1893 ook te relateren aan beide stoomzuigers met daarin summier soms wat afspraken gerubriceerd:

– 19 september 1873. Contract met D. Reedeker, P. Altena, C.C. Ruige, W.M Methorst, G. Tomasachi (commissarissen van de onderneming) en O. Eschauzier namens de erfgenamen van P. Eschauzier, met de ondernemer W. H. Ter Meulen: om alle pogingen in het werk te stellen en alle werkzaamheden te verrichten ten einde hetgeen zich in het wrak van De Lutine bevindt te redden en te bergen, en van de nieuwste uitvindingen op het gebied van redding en berging gebruik te maken vanaf april tot november wanneer de diepte 7 meter bij laag water is etc. Alle vroegere contracten en lopende contracten met ondergetekende zijn vervallen en het is jaarlijks opzegbaar. Nb. men respecteert het octrooirecht van Ter Meulen voor zijn speciale duiksysteem.
– 05 Oktober 1893. Brief van John J. Fletcher (Engineer& Surveyor aan de 73 Gracechurch Street te London) aan dhr. Hozier secretary van Lloyd’s over contractafspraken en condities van inzet zoals percentages en geen contracten meer met anderen.
– 25 december 1893 opzegging (formele aanschrijving) door de Commissarissen van het 1873 contract met Ter Meulen.
– 28 december 1893.Toestemming/overeenkomst van D. Reedeker, P. Altena, P.J. Eschauzier, W.J Witsen, J.D. van Bure Schele en J. van Burg (namens de erfgenamen van Pierre Eschauzier) gezamenlijk zijnde De Onderneming en geldig tot 31 december 1895 voor de heren Kinniple, Jaffray en Fletcher om met Lloyd een verdere overeenkomst aan te gaan.
– 18/21 december 1894. Overeenkomst tussen de heren: Kinipple, Jeffrey en John James Fletcher (alle van beroep ingenieurs) en J. Schröder (Lloyd’s vertegenwoordiger te Amsterdam) met de eigenaren van de Friesland en De Tijd. Beide zuigfirma’s verbinden zich om op eersten maart 1895 gerequireerd te zijn om hun boten voor werk op De Lutine ter beschikking testellen.
– 24 december 1900. Een toestemming/overeenkomst van D. Reedeker, P. Altena, P.J. Eschauzier, W.J Witsen , J.D. van Bure Schele en N.A.de Vries (namens de erfgenamen van Piere Eschauzier the late upper-receiver of wrecks, founder and managing director of the above mentioned enterprise) en gezamenlijk De Onderneming voor de heer W.R. Kinipple (nu alleen in persoon en als beroep submarine-engineer) om met Lloyd een overeenkomst aan te gaan en loopt tot 31 december 1902.
– April 1901. Overeenkomst tussen de heren W.M. Kinipple (ingenieur) wonende te Brighton en J. Schörder (Lloyd A’dam) waarin de betrokkenheid van de Stoomschelpvisscherij te Makkum als eigenaar van de stoomzuiger Friesland en de firma Dros met De Tijd. Daarin de voorwaarden overeengekomen tussen Kinipple en de beide zuigfirma’s. O.a. ƒ 60,–/d. en voor elk uur dat de zuiger op de De Lutine ƒ 24,–. Als de hulpboten Courier of de Looper gebruikt worden dan ƒ 50,–/w.
– February 1902. Agreement between the New Lutine Company lim. London and Makkum signed for the season 1902 . Article 6: undersigned have agreed further that in all matters in connection which the contract and working of the dredgers at the Lutine side, mutual consultation will take place between the representative of the New Lutine Company Lim. and captain J. Lolkema of the Friesland and captain R. Klein of The Tijd (Nb. kapitein Klein ook genoemd door duiker van Drimmelen maar al in 1886?).
In afwijking van 1901 qua betalingen nu ook nog 1% van de totale netto opbrengst opgehaald van de site.
– 12/16 February 1914. Assignment by W.J. Witsen, de Wit, van Buren Schele, P.J Eschauzier, W. Reedeker, in name of heirs of late P. Eschauzier signed D. Eschauzier: The undersigned, decretal salvors, hereby give their consent to the license to conduct salvage operations on this wreck during the year 1914 be granted to The National Salvage Association limited London instead of, as hitherto, to the New Lutine Com. lim. their said National Salvage Association lim. having carried out the salvage operations for the last three years (1911, 1912 and 1913) and such on the same terms and conditions as the license granted last year to said, New Lutine Com. Lim en op 12 februari te Amsterdam en Terschelling ondertekend.

Opmerkelijk in de contracten met de zuigers zijn de toentertijd flink hoge vergoedingen per dag en los daarvan werd men nog separaat betaald voor de hulp- of werkboten. Bovendien mocht men ook nog andere werkzaamheden uitvoeren. Overigens het betrof vaak de inzet van maar één zuiger en de ander moest bij pech binnen drie dagen inzetbaar zijn.

In het 1894 contract is grappig vermeld dat de broekstukken (leren manchetten voor flexibiliteit) van de zuigpijpen in de haven van Terschelling eerst gecontroleerd moesten worden voordat deze door ander werk gebezigd mochten worden omdat er blijkbaar vaak Spaanse matten op andere ongewenste plekken op Terschelling gesignaleerd werden dan alleen op de zeef van de zuigers (ook ik heb er dus ook één).

Naar ik mij nog herinner uit gesprekken op de Zoutsloot met Martinus Lolkema in Harlingen was dat er altijd iemand van of namens Lloyd aan boord tijdens het zuigen en moest er erg voorzichtig gehandeld worden als men een snelle greep op de zeef wilde doen. Begreep jaren later dat de mijn exemplaar bepaald ook geen unicum is en half Terschelling er wel ergens één in bezit had of heeft en was toen echt collectors item.

Resumé groep Kinipple. In december 1894 is er al formeel contact met/tussen de beide stoomzuigerfirma’s.

(1898/1903) John J. Fletcher neemt afscheid van Jan Lolkema met een kistje gemaakt van Lutine onderdelen als aandenken en waarop staat: To capt. J. Lolkema, Lutine 1799-1898.
Mr. en Mrs Kinipple’s doen dit met een klein fotoboekje met op de omslag: To Capain Lolkema With Compliments july 1903.

Ondanks veel pogingen tot het Gemeentehuis, t’het behouden Huys de ‘oudheidsvereniging’ tot oude krantenfiles toe lukte het mij niet om bijvoorbeeld door middel van officiële persoonsregistraties of publicaties na te gaan wanneer en welke Engels mensen er mogelijk ca. 1900 op Terschelling waren om daarmee vast te stellen wie er op bepaalde foto’s zou kunnen staan.

(1910) In november komt de grote Engelse stoomboot/zuiger The Lyons van de National Salvage Association limited (NSA) bij Terschelling en neemt feitelijk een nog figerende contract met terugwerking van Kinipple over. Dat is ook het einde van een formele betrokkenheid van beide Friese stoomschelpen-zuigers op de beruchte schatlocatie.

Eind januari 1911 begon de grote Engelse zuiger The Lyons met het werken op De Lutine locatie.
Tot en met 1913 bleef er na verkoop van o.a. naar boven gehaalde kanonnen, ankers en wat munten maar een waarde van circa ƒ 1375,- over.

Tenslotte. Het was lastig om de naam van Jan Lolkema formeel te koppelen aan officiële documenten gerelateerd aan werkzaamheden van de Friesland op het befaamde goudschip. Het doet mij goed dat dit in één geval is gelukt zoals bovenstaand aangegeven en letterlijk vanuit een contract uit 1902 geciteerd.