Door Jan Zwaal. Uit SML jaargang 17 № 2. 1996

1994: De Brandarisfeesten

1996-1997: De Willem Barentszherdenking. Eigenlijk hadden de Brandarisfeesten al in 1993 moeten beginnen met een herdenking. Want op 22 januari van dat jaar was het precies 400 jaar geleden (1593) dat de oude toren genaamd Brandaris omstortte en in zee viel, waardoor de toen al voorgenomen bouw van een nieuwe toren plotseling urgent werd.

Replica van het behouden Huys opgebouwd aan het einde van de Badweg van Oosterend ten tijden herdenkingsjaar ‘400 jaar Willem Barentsz’, 1996.

Overeenkomst

Er is wel enige overeenkomst tussen die twee oude Terschellingers: Willem Barentsz en de eerste Brandaris. Hun einde is precies bekend, maar over hun begin weten we niets tot zo goed als niets, en ook over hun levensloop tasten we goeddeels in het duister.De oude toren verschijnt pas op 21 september 1559 voor het eerst in de archieven en dat is 236 jaar minus een dag na de bevestiging door Terschelling van de bekende overeenkomst met Kampen over het voerhuijs.Willem Barentsz komt voor het eerst in de archieven voor in 1594, het jaar waarin hij octrooi krijgt voor zijn  Nieuwe Beschrijvinghe ende Caertboeck van de Middellandtsche Zee, en tevens het jaar van de eerste reis naar het Noorden.

Terschellinger

Dat hij van Terschellinger geboorte was staat wel vast. Jan Huijgen van Linschoten, die in Portugese dienst de gegevens verzamelde waarmee hij de Hollanders de weg naar Indi wees, en die de eerste twee reizen om de Noord meemaakte, schreef over de eerste reis: Op het schip van Amsterdam was schipper en stuurman Willem Barentsz van der Schelling, borgher tAmsterdam, een seer ervaren ende bedreven man in de const van de zeevaart.Ik denk dat je dat alleen maar kunt lezen als: afkomstig van Terschelling, en burger van Amsterdam geworden.

Borger ’t Amsterdam

Burger -of poorter- hoe kon je dat worden? Daartoe bestonden vier mogelijkheden:

  1. In Amsterdam geboren worden als zoon van een Amsterdamse poorter
  2. Trouwen met een poorteres, dus met een in Amsterdam geboren dochter van een Amsterdamse poorter
  3. Het poorterrecht kopen
  4. Dit wegens verdiensten voor de stad geschonken krijgen

De eerste mogelijkheid kunnen we verder vergeten.Wie het poorterrecht kocht werd genoteerd in het Poorterboek. Daar staat inderdaad een Willem Barentsz in, die in 1594 op deze wijze poorter werd. Er staat echter bij dat hij uit Haarlem kwam. Naar mogelijkheid 4 heb ik wel gezocht, maar ik heb niets gevonden. Het kan wel zo zijn gegaan, niet alles uit die oude tijd is bewaard gebleven.Blijven we nog even bij mogelijkheid 2. Er zijn twee huwelijksinschrijvingen uit die tijd: 1573 Willem Barentsz en Griet Jans, maar Griet Jans hertrouwde in 1586 als weduwe.1581 Willem Barentsz en Neel Sijmons. Hij tekende met Wijllem Berntsensz. De variatie Berntsensz is van onze Willem Barentsz niet bekend. 

Laat 19e-eeuwse kopie van een vroeg 17e-eeuws miniatuur gegraveerd ovaal portret van poolreiziger Willem Barentsz. Het exemplaar, gepubliceerd in 1883 in het Nederlandse kunsttijdschrift Oud-Holland, is zeer vergroot en gedetailleerd vergeleken met de originele miniatuur, die slechts 3 cm hoog is. (via Wikipedia)

Wanneer geboren?

In 1598 vroeg zijn weduwe -haar naam ontbreekt- aan de Staten van Holland enige ondersteuning voor haar en  haar vijf vaderloze kinderkens. Als -zuiver speculatief- de jongste toen zon jaar of twee was, dan zou de oudste zo ongeveer twaalf kunnen zijn. Dat zou dan kunnen wijzen op een huwelijk zo omstreeks 1586. We komen dan voor zijn  geboortejaar tussen 1556 en 1561 terecht. Maar voor hetzelfde geld waren de kinderen al wat ouder en hun vader dus ook.

Kohieren

Er zijn uit die tijd drie belastingkohieren van Terschelling bewaard gebleven: 1557, 1561 en 1569/1570. Die van 1557 en 1561 zijn volkomen gelijkluidend. Ze zijn pas in  1566 opgemaakt en ondertekend. Hoe het toen toeging weet ik niet door gebrek aan vergelijkingsmateriaal, maar in de 18e eeuw werd een en hetzelfde kohier jaren achtereen gebruikt. Het huis van zeg maar Jacob Jansz bleef gewoon het huis van Jacob Jansz, ook toen hij allang was vertrokken en er een Pieter Hendriksz in woonde. Maar goed, dit terzijde. In geen van deze kohieren komt de naam Barent voor, hoe ook geschreven. Het kan dus zijn, dat hij er wel woonde, bijvoorbeeld in Formerum, maar dat het kohier nog de naam van zijn voorganger bevatte.Het kan ook zijn, dat Barent met zijn gezin Terschelling verlaten heeft voor 1557. Een derde mogelijkheid is dat de vader voor 1557 is overleden, en dat de moeder als weduwe en dus onherkenbaar in het kohier staat, of voor 1557 hertrouwd is. Zoek het maar uit.

Kaartjes tekenen

In de voorrede bij zijn kaartboek van de Middellandse Zee schreef hij, dat hij van syne kintsche daghen aen altijt gheneghen geweest was, omme nae alle syn vermoghen de Lande, die hy bewandelde ofte besylde, Caertsghewyse met den omloopenden Zeen, Wateren ende Streckinghen af te beelden.Als ik deze tekst wat op me in laat werken, zie ik geen in Amsterdam opgroeiende jongen voor me, ook niet in dat kleine Amsterdam uit de tweede helft van de 16e eeuw, tot 1578 nog Spaansgezind in een overwegend   opstandsgezinde omgeving. Meer eentje die opgroeide op een eiland vol zeevarenden: vissers, loodsen, scheepsvolk, stuurlieden, schippers, die hem leerden kaartlezen, vertelden over hun reizen, hem meenamen op een zeiltochtje als het zo uitkwam. Maar ja, met zulke overpeinzingen kun je historisch niet uit de voeten. Waar hij is opgegroeid, op Terschelling of elders, ik weet het niet.

Vijf kinderen

Daarvan moeten er toch wel een paar in Amsterdam zijn geboren. Laten we de doopboeken eens bekijken.Nu, Willem Barentsz was bepaald geen zeldzame naam. Als ik rekening houd met de geschatte leeftijd kom ik tot vijf vaders Willem Barentsz die tussen 1586 en 1596 een of meer kinderen laten dopen. Eigenlijk zes, maar deze zesde komt ook nog voor in 1597 en in 1600.Gelukkig valen de meesten af, omdat hun beroep er bij staat: houtdraaier, droogscheerder, bierbeschooier, hoedenmaker. En ja, een schipper. Schipper Willem Barndtsen en Pietertgen Jans laten twee kinderen dopen: Jan op 22 november 1588 en Barent op 8 december 1594. Er is er ook een waar geen beroep bij staat, maar die is in 1592 ouderling, wat me geen roeping voor een zeeman lijkt, al kan ik me daarin vergissen. Maar het jongste van de vier kinderen  werd gedoopt op 17 mei 1595, en enig rekenwerk maakt het niet waarschijnlijk dat het hier om onze Willem Barentsz gaat. Kinderen werden zo kort mogelijk na de geboorte gedoopt.En dan: Willem en zijn vrouw kunnen ook nog de doopsgezinde beginselen hebben aangehangen, en dus de kinderdoop hebben verworpen. Ook daar zijn weer uitzonderingen bij bekend, in verband met vernoemingen. En vroeger werden kinderen altijd vernoemd.

Conclusie

Het zoekt en gij zult vinden is in dit geval niet van toepassing geweest. Het was meer van zoekt en gij zult van alles vinden, maar geen enkele zekerheid. En dat is de enige zekerheid die ik aan mijn zoektocht heb overgehouden.