Terschelling in de Beeldende Kunst

door Frans Schot. SML jaargang 37 № 2. 2016

Rob van Assen.

Met name na de Tweede Wereldoorlog tijdens de intrede van de moderne kunst moesten veel kunstenaars, die kozen voor figuratieve kunst zwaar opboksen tegen het opkomende geweld van het expressionisme en de abstracte schilderkunst. Ook tegenwoordig wordt nog steeds kunst uit die categorie breed uitgemeten in de media en in allerlei kunstprogramma`s op tv. Zijn voorkeur voor figuratieve kunst werd Rob van Assen niet in dank afgenomen. Hij werd niet aangenomen op de Kunstacademie in Den Haag. Er heersten toen wat rare opvattingen over kunst was zijn reactie. In die tijd reed een afgestudeerde kunstenaar met de brommer door een plas verf en vervolgens draaide hij rondjes over het canvas. Ook was een kunstenaar zijn tijd ver vooruit met paintball, hij schoot op het doek met verfpatronen. Tijdens een interview verklapte Karel Appel met verve zijn werkwijze in het atelier: Ik rotzooi maar wat aan!

Rob heeft het fijnschilderen maar verder zelf aangeleerd. Rob van Assen is geboren in 1944 te Leiden. Zijn vader, die ook schilderde, bracht hem de grondbeginselen bij. In eerste instantie wilde hij reclameschilder worden. In 1965 komt Van Assen in dienst van het Leidse Museum voor Natuurlijke Historie, het huidige Naturalis. Hij wordt in dienst genomen als preparateur. Zijn afgietsels van dolfijnen en andere zeedieren hangen er nog steeds. 

Zijn teken- en schildertalent wordt reeds snel ontdekt en hij kreeg opdracht om wetenschappelijke illustraties te maken.

Het stranden van potvissen op onze kusten is al vele eeuwen een vreemde gewoonte van deze indrukwekkende zoogdieren. De Terschellinger kust werd ook een paar keer uitgekozen als laatste rustplaats. In 1970 raakt Van Assen betrokken bij het ontleden van een potvis, die de Spijkerplaat in de Westerschelde uitkoos om de laatste adem uit te blazen. Of het voor de frisse zeelucht was weet ik niet, maar na deze stinkende klus vertrekt Rob naar Terschelling om er een tijdje te wonen. Op mijn vraag: Waarom Terschelling Rob? kreeg ik het volgende mailtje:

Dit is mijn verhaal over Terschelling.

In 1967 kwam ik voor het eerst op Terschelling (vakantie.) Het sprak mij heel erg aan en het idee en verlangen om daar te kunnen wonen en werken kwam al snel bovendrijven. In 1968 namen de plannen vaste vormen aan en in 1969 werd het definitief. Ik kon via via een oude boerenschuur betrekken (Oosterburen 66 in Midsland). In 1970 heb ik mijn baan bij het Rijksmuseum van Natuurlijk Historie opgezegd en ben vertrokken van Leiden naar Terschelling, alwaar ik in die schuur het diorama Klein Terschelling heb gebouwd. Helaas heeft het niet lang geduurd. Het bezoek viel tegen, de tijd was er nog niet rijp voor. In die tijd 1972 ontmoette ik Martha Schaap (de tweelingzus van Arie (Saar). In 1973 zijn we getrouwd. Inmiddels was ik freelance illustrator geworden en we zijn in 1975 naar de vaste wal verhuisd. Terschelling had toen geen toekomst meer voor mij. 

Stranding van de Panagathos op het Bornrif met de sleepboten Holland en de Wotan van Bugsier,
de reddingboot Gebroeders Luden en op de achtergrond rechts de  Brandaris 2. 
Reddingboot Carlot. Olieverf op doek, R. v. Assen, 2004.
Sleepboot Holland in volle zee. Olieverf, R. v. Assen, 2008.
Oude Friesland. Olieverf, R. v. Assen, 2007.
Walvisvaarder Willem Barendsz in 1946. Olieverf, R. v. Assen, 2004.
Kerk van Midsland. Olieverf, R. v. Assen, 1976.

In totaal werkt Rob mee aan het ontleden van vijf potvissen. Zijn kennis van de anatomie komt hem goed van pas in zijn dierenschilderijen. Van 1987 tot 1990 maakt hij ruim 55 olieverfschilderijen van de Nederlandse walvisvaart, aangekocht door een particulier verzamelaar en nazaat van een Schiermonnikoger walvisvaarder. Zijn passie voor zeezoogdieren resulteert in een serie van 120 (!) schilderijen van 77 soorten walvisachtigen in hun natuurlijke omgeving, waarvan het grootste gedeelte is aangekocht door Ecomare. Biologen en mensen uit de museale sector bestempelen de inmiddels zogenoemde Oceaancollectie als zeer wetenschappelijk onderbouwd. U zult het vast niet met me eens zijn, maar ik denk dat deze deskundigen blij waren dat Rob is afgewezen voor de kunstacademie. Natuurmuseum Naturalis koopt 45 schilderijen van walvisachtigen. Rob van Assen krijgt opdrachten voor wandschilderijen in dolfinaria uit Nederland, België, Duitsland en Finland.

Eveneens geniet de fijnschilder uit Leiderdorp een geweldige reputatie als illustrator voor een groot aantal binnen- en buitenlandse magazines, brochures, tijdschriften, natuurboeken etc. De Winkler Prins encyclopedie en Elseviers zoogdierengids zijn voorzien van illustraties van deze zeer veelzijdige kunstenaar. Rob van Assen heeft slechts vijf jaar op Terschelling gewoond. Veel eilanders kunnen zich het prachtige diorama nog herinneren in de boerderij in de Oosterburen. Helaas zijn er naast een paar zwart/wit foto`s uit de collectie van de kunstenaar zelf weinig afbeeldingen meer van. Naast zijn dierenschilderijen maakte Van Assen fraaie scheepsportretten, landschappen en stillevens. In menig eilander huiskamer hangt een kunstwerk met zijn signatuur. Het veelzijdige werk is te bewonderen behalve in diergaarde Blijdorp, het Museon, Naturalis, musea te Scheveningen, Kijkduin, Katwijk alsmede in het scheepvaartmuseum in Amsterdam.

Gezicht op Dellewal. Olieverf, R. v. Assen, 1972.

Op dit ogenblik hangt er een olieverfschilderij van zijn hand in de expositie over Dellewal in ons Behouden Huys. Om een indruk te krijgen van zijn kwaliteit als fijnschilder kunt u een bezoek brengen aan de website van verzamelaar Peter Zuidhoek: www.artboutigue.nl

Rob van Assen woont heden met zijn Terschellingse echtgenote Martha in Leiderdorp. Zij brengen nog regelmatig
een bezoek aan Terschelling.


Bronnen

  • Museum `t Behouden Huys.
  • Websites van Artboutique
  • www.robvanassen.nl
  • Jasper Talsma, Schiermonnikoog.
  • Ans en Tjallie Schaap, Midsland.
Strandjutter Jan Ruijg met zijn Belgisch paard. Olieverf, R. v. Assen, 2015.